Uit de tijd gegleden – Aus der Zeit gerutscht

Zounds! Ik heb me verslapen. Ik moet uit de tijd zijn gegleden, omdat het overal rustig is. Hoewel ik een paar auto’s in de verte hoor rijden, tsjilpen er ook vogels. Maar het geluid zou een misleiding kunnen zijn. Zij zouden van de band kunnen loskomen. De akoestische illusie hoeft niet eens van de band te komen. Het is genoeg om mijn hoorzorgcentrum een beetje te stimuleren, zodat ik denk dat ik verafgelegen autogeluiden, vogelgeluiden en het stille ventilatieluid van mijn laptop kan horen. Als ik over het scherm kijk, zie ik drie ramen, twee frontale ramen, één diagonaal van opzij. Het linker venster van het frontale venster heeft twee vleugels. De witte gordijnen worden volledig opzij geschoven, zodat juist dit raam zicht biedt op het dichte gebladerte van verschillende bomen, die zich in schijnbaar verschillende diepten van de ruimte bevinden. Recht vooruit zie ik een meidoornstruik die in de bladeren van een eik is gegleden. Ik zie niet veel door het zijraam. Het gordijn wordt niet ver genoeg naar de zijkant geduwd. Ik herken tenminste een hoge, lichtrode gemetselde huisgevel en wat ramen erin. Ze zijn wit geschilderd en hebben een oud wit schietgat. Uit hun symmetrische rangschikking maak ik op dat er meer ramen in de voorkant van de bulk moeten zijn. Echter, het grootste deel van de voorkant van het huis is bedekt met de bladeren van een boom.

augadoro (oogpoort) was de naam die de Teuten aan hun ramen gaven. Net als bij de akoestische waarnemingen, alles wat de oogpoorten me konden laten zien en wat er allemaal in de kamer is. Dit alles zou kunnen worden voorwendseld als mijn visueel centrum. Mijn scherm en wat er schriftelijk op verschijnt bleef behouden wanneer ik bepaalde toetsen in een ordelijke volgorde indruk. Ervan uitgaande dat dat ook illusie zou zijn zoals de tastbare waarneming van de computer op mijn schoot, de knopen onder mijn vingers, zoals mijn linkervoet op de grond, mijn rechtervoet vrij zwevend in de lucht omdat ik dit been over het andere been raak en de computer op de dij van mijn rechterbeen houd, de druk van mijn lichaam op de rugleuning terwijl ik op de zitting weeg, mijn innerlijke waarnemingen, de afdronk van koffie in mijn mond enzovoort. Er is geen bewijs dat ik niet uit de wereld ben gegleden. Niets bewijst dat ik hier nog steeds ben. En je lieve lezer, je hebt nog minder aanwijzingen. U zegt: Ik lees uw tekst. Maar doen jullie dat überhaupt? Ik heb geen bewijs dat ik niet weet of alle percepties ook voor jou gespeeld zullen worden. Wat als ik de tekst helemaal niet schreef? Misschien zat het gewoon in je hoofd? Het ontstaat zeker in je hoofd op dat moment. Nederlands!

Goede dag!

Vertaald met http://www.DeepL.com/Translator – Mit Dank an Dieter Kayser

Weiterlesen